Rome

29 en 30 juni:
De tocht naar Rome verloopt soepel. De deining is een stuk minder dan de dag ervoor en de wind is goed. In de haven kunnen we een plek kiezen aan het drijvende ponton. Plek genoeg zeggen ze. Dat was ook wel zo, maar niet als je 1.70 diep steekt. Uiteindelijk de plek die het verst van alle voorzieningen is, is diep genoeg. Gelukkig hebben we fietsen, anders loop je zo een kwartier om bij de douche te komen.

We kopen alvast kaartjes voor het openbaar vervoer, want morgen gaan we naar Rome. We maken een selectie van wat we willen zien en hopen dat het gaat lukken.

De volgende ochtend pakken we de metro en gaan we eerst naar het Colosseum. We volgens een Engelstalige gids, die  achteraf niet echt veel spannends te vertellen had. Wel is het erg mooi. Vervolgens gaan we naar de Foro Romano. Dat kan met hetzelfde intreekaartje. Als je Pompei eenmaal gezien hebt, is dit niet zo spannend.

Onderweg naar het Pantheon pakken we een pizza en rusten we ff uit. Na het Pantheon lopen we via Piazza Navona naar het Castel Sant’Angelo. Die blijkt dicht  te zijn. Van daaruit kun je de St.Pieter zien liggen. We gaan echter eerst nog naar de Sixtijnse kapel in het Vaticaan museum. Daar kijk je je ogen uit. In sneltreinvaart wordt je er doorheen geloodst. Ook omdat het erg druk is. Als echte liefhebber kun je hier zeker een dag rondlopen. Daarna willen we nog even de St Pieter in, maar helaas met korte broek ben je niet welkom (wat ons betreft valt dit onder het kopje hypocriet). Als laatste staat de Trevi fontein op het lijstje. Met de metro zijn we er zo. Sebas wil graag naar de Chinees (toevallig zagen we er eentje) en daarna gaan we terug naar de haven. We vinden Rome erg mooi. Eén dag is misschien kort, maar dan hebben we een reden om nog eens terug te gaan.